Monday, November 5, 2012

Solidariteitscomité: bijdrage aan het generatiedebat

Deze ochtend is het Leuvense Solidariteitscomité voor Ford Genk gestart met het verspreiden van volgend opiniestuk:

« Wij zijn allen Ford » : bijdrage aan het generatiedebat


Ongeveer gelijktijdig met de aankondiging van de sluiting van Ford Genk opent de krant De Morgen het “Generatiedebat”. De krant wil ons zoveel mogelijk leren over de verschillen in welvaart tussen verschillende generaties, en welke generaties meer zouden “profiteren” van anderen. Economieprofessoren komen ons vertellen dat de babyboomers het te bont gemaakt hebben en te zware lasten op de schouders van volgende generaties leggen door zo vroeg op pensioen te gaan. Een oud-minister stelt vast dat het armoederisico te veel van oud naar jong verschuift en vind dat we dat best wat meer in evenwicht trekken. De krantenlezers worden zo veel mogelijk aangemoedigd om hierover hun mening te publiceren.

Toen we hoorden dat Ford Genk zou sluiten, hebben we met mensen van verschillende generaties, uit Tienen, Leuven en Kortenberg, een solidariteitscomité opgericht. We willen het vooral praktisch houden en in onze streek mee helpen te mobiliseren voor de Mars voor de Toekomst op 11 november in Genk. We gaan daarvoor flyers en affiches verspreiden, en we zullen met de trein van Leuven naar Genk gaan. Hoe meer mensen aanwezig zijn op de manifestatie, hoe meer dat de werknemers van Ford en hun vakbonden een hart onder de riem kan steken, en hen het vertrouwen geven om tijdens de moeilijke onderhandelingen die hen nog te wachten staan een assertieve houding in te nemen. Als het kan willen we ook na 11 november actief de problematiek onder de aandacht houden: een piketbezoek te organiseren, voorstellen te formuleren voor onze politici of een meeting te organiseren met syndicale afgevaardigden uit de automobielsector.

Maar we hebben ook geen schrik om de inhoudelijke discussie aan te gaan. En dan vinden we dat door het opkloppen van de generatieverschillen de belangrijkere tegenstellingen ondergesneeuwd geraken. Bij de sluiting van Ford zijn het immers belangentegenstellingen en niet generatieverschillen die bepalend zijn.

Ford is in handen van een wereldwijde multinational die ook vandaag gigantische winstcijfers boekt (de beste kwartaalresultaten sinds 2000). De verkoop in Europa loopt niettemin terug, doordat de economische crisis de koopkracht aantast, en meer mensen nieuwe aankopen uitstellen “tot de economie weer aantrekt”. De sociale regulering van conjunctuurschokken en structurele crises zal een multinational als Ford echter worst wezen. De directie of de aandeelhouders van de multinational beslissen welke vestiging open blijft en welke niet, de werknemers hebben daarover niks in de pap te brokken. Eerst alles in gereedheid laten brengen om het Mondeo-model te kunnen produceren, en dan ineens laten weten om toch de vestiging te sluiten en het model elders te fabriceren, het is business as usual. Ford Valencia zal volgend jaar in elk geval op een hogere capaciteit kunnen draaien, maar vooruitzichten op lange termijn hebben de Spaanse arbeiders daarmee niet. Ze moeten op hun beurt immers de kleinere modellen met veelbelovender marktaandeel naar een Duitse vestiging laten gaan. Het zit er dik in dat Ford Valencia binnenkort ook met afbouw te maken krijgt indien de koopkracht niet aantrekt en de structurele overcapaciteit nog scherper wordt.

In dit soort globalisering waarbij we als gewone loonarbeiders en belastingbetalers door de multinationals worden uitgespeeld van de ene vestiging tegen de andere, vragen we ons af wat onze politici nog kunnen of willen doen om onze belangen te verdedigen. Bij de sluiting van Opel probeerden ze nog op de proppen te komen met overbruggingskredieten om naar een overnemer te zoeken, maar bij Ford lijken ze zelfs de schijn voor een reddingsplan niet meer op te houden. Niet alleen Opel, maar vooral de ganse eurocrisis heeft ons ingeprent dat we niet meer op onze nationale overheden moeten rekenen om een sociaal of economisch beleid te voeren met sociale spreiding van de productiecapaciteit en het werkvolume. Om aan de uitdagingen van “de toekomst” en van de wereldcrisis het hoofd te bieden, moeten we onze hoop stellen in een stille Europese staatshervorming, die ons zou moeten beschermen tegen de speculatie op bank– en overheidsschulden van de “financiële markten”, maar die deze in realiteit verder ondersteunt met ons geld. De overheden worden daarbij meegesleurd in een permanent besparingsbeleid via “six-packs”, “two-packs”, “Europese semesters”, begrotingsverdragen en een euro monetair fonds (ESM) van eeuwige schuldslavernij aan de grootbanken die net aan de oorsprong van de financiële crisis liggen.

Deze financiële crisis heeft de reële economie in zijn kern aangetast. Economische stabiliteit, bescherming tegen economische schokken of buffers tegen plotse delokalisaties en investeringsbeslissingen zijn verder af dan ooit. De overplaatsing van de productie van de Mondeo van Genk naar Valencia is een interne delokalisatie, binnen de Europese Unie. Europa biedt daar geen sociale bescherming tegen, en erger nog: ze vraagt dat in ruil voor reconversiesteun, de bedrijfstoeslag bij werkloosheid wordt afgeschaft. Het “brugpensioen” dat in werkelijkheid een compensatie voor jobverlies is waarbij de werkgever bij collectief ontslag moet bijpassen op de werkloosheid van oudere, ontslagen werknemers. Een bedrag waarop 100% sociale bijdragen betaald worden, en dus de staatskas ten goede komt, de staat die er in principe gebruik van zou kunnen maken om er hertewerkstelling mee te stimuleren. Als die moet afgeschaft worden, krijgen multinationals in de toekomst dus nog meer vrij spel om collectieve ontslagen door te duwen, want het zal hen minder kosten.

In deze context lijkt de zogenaamde clash tussen de generaties ons een verkeerde voorstelling van de zaken. Natuurlijk moet een politieke overheid in staat zijn om de belangen van onze kinderen te verdedigen. Maar niet door de uitbuitingsmechanismen nog te versoepelen, en duizenden mensen die hun job kwijtspelen nu in de kou te laten. De clash is er één van de 1% die voordeel haalt uit deze financiële crisis tegen de 99% wiens toekomst afhangt van werk en koopkrachtige vraag. Een clash tussen geldgewin op korte termijn ten koste van duizenden gezinnen en een reële economie die sociaal en duurzaam is.

Met ons solidariteitscomité hebben we de volgende slogan gekozen: “Wij zijn allen Ford: niet de loonkost, maar de winsthonger is het probleem”. Om aan te geven dat jong of oud, we allemaal in dezelfde schuit zitten, en we zullen moeten samenspannen om onze belangen te verdedigen. Of zouden we beter kiezen voor “Een traan is mooi, maar enkel een vuist kan helpen”?

Solidariteitscomité Leuven



Meer:

No comments:

Post a Comment

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...